In onze ‘Clubchat’ komen regelmatig interessante berichten voorbij, zo ook een bericht van ons clublid Nick. Zijn bericht was een uitnodiging om naar een unieke spoorbouwmachine te gaan kijken. Weldra melden de eerste geïnteresseerde clubleden zich al aan. Niet veel later is er al een compleet uitje met deelname van een aantal clubleden ontstaan.
Op dinsdag 26 juli 2022 werd een bezoek gebracht aan de PM1000-URM. Hieronder is het beeldverslag daarvan te zien compleet gemaakt met de (technische) uitleg van Nick.
Video van het bezoek
Ruime belangstelling
Technische uitleg
Het baanvak tussen Culemborg en Geldermalsen bestaat uit een dijklichaam voornamelijk opgebouwd uit klei. Water werd vroeger via een koolas-laag afgevoerd. Door verzwaring van het treinverkeer eind jaren tachtig is de ballast-laag onder de dwarsliggers vergroot en daarmee de afvoer van regenwater verstoord. Hierdoor ontstaan continue spoorligging problemen. Na verdere intensivering van het treinverkeer en verhoging van as-lasten werden de verstoringen steeds groter en frequenter waarna ProRail in 2020 besloot een maximum snelheid van 100 km/u in te stellen.
Oplossing van het probleem is de klei bovenlaag van het dijklichaam af te graven en te vervangen door een geschikt materiaal. Hier komt de PM1000-URM in beeld.
Deze machine met een lengte van 243 m (1200m met geïntegreerde materiaal wagons) kan in één procesgang het ballastbed gescheiden van de onderlaag afgraven.
In een eerste stap graaft een continue ronddraaiende ketting met graaftanden de ballastlaag tot 25cm onder de dwarsliggers weg. De ontgraven steenslag (graniet) wordt daarna 1) gezeefd, 2) voorzien van scherpe kanten, 3) wederom gezeefd en 4) gewassen waarbij al het aangekoekte zand en klei verwijderd wordt.
Het materiaal wat niet meer aan de eisen voldoet wordt afgevoerd. Dit gaat via lopende banden naar voren in de trein en wordt gestort in zogenaamde MFS (Materialförder- und Siloeinheit) wagons. Dit zijn wagons met een brede lopende band als vloer waarmee het materiaal naar voren van de wagon gebracht wordt. Via een tweede band wordt het materiaal dan weer over gestort een de volgende MFS wagon. Op dit project waren negen MFS wagons in gebruik ieder met een laadvermogen van 64 ton. Op het moment dat de voorste 5 wagons beladen zijn, worden ze losgekoppeld en rijden ze, getrokken door een loc, naar een depot en worden daar gelost. In de tussentijd worden de overige 4 wagons beladen. Bij terugkomst worden de 4 wagons weer geleegd en de voorste 5 en het proces herhaald zich.
Als tweede stap wordt er wederom met een gelijk soortige ketting de kleilaag afgegraven tot ongeveer 110 cm onder de dwarsligger. Dit materiaal wordt direct via lopende banden afgevoerd naar de MFS zonder verdere behandeling.
Als derde stap wordt er een gewoven en met plastic versterkt scheidingsdoek aangebracht op de ontgraven kleilaag. Dit doekt voorkomt dat klei zich gaat vermengen met de nieuwe bovenlaag.
De nieuwe bovenlaag heet PSS (Planumsschutzschicht). Dit is een optimaal gezeefde samenstelling van zand en gebroken grind welk een hechte fundatie laag gaat vormen. PSS is geladen in containerbakken van 5 m3 en de containers worden aan de achterzijde van de trein aangevoerd middels twee portaalkranen die over wagons rijden. Eén van de portaalkranen kiept een container leeg in de PM1000, de andere voert de containers aan. Op dit project reden twee containertreinen. Terwijl de ene geleegd werd in de machine, werd de andere vanuit een depot nabij het station van Culemborg geladen.
De PSS laag wordt gevlakt en met 5 grote trilplaten verdicht. Het spoor wordt dan weer neergelaten op deze PSS laag een het gerecyclede ballast wordt tussen de dwarsliggers gestort. Een ingebouwde hefunit en stopunit (e.e.a. zoals in een stopmachine) legt het spoor in de juiste richting en bepaalde hoogt en verdicht de ballast onder de dwarsliggers. Hierna is het spoor berijdbaar met 70 km/u.
Hierna wordt in een aparte procesgang extra nieuwe ballast gestort en middels een stopmachine op de definitieve hoogte gebracht.
Tot slot
De hartelijke dank gaat uit naar de clubleden Reinier Jansen, Nick van den Hurk en Leo Boekhoven. Zonder hun bijdrage was dit bericht niet tot stand gekomen!