Het sporenplan is authentiek, maar wel in de lengte ingekort. Om de trams naar ‘Nijmegen’ en ‘Wamel’ te kunnen laten rijden, wordt er een niet zichtbaar ‘achterommetje’ gebruikt. Eén van onze voorwaarden voor tentoonstellingsbanen is: een eenvoudig geautomatiseerd bedrijf, waarbij je lekker kunt kletsen met de bezoekers.
De opzet is dus heel simpel: er wordt niet met de hand gereden, er zijn maar acht blokken en er worden slechts vier wissels bediend; de rest van de wissels ligt in een vaste stand.
Er zullen twee trams afwisselend naar ‘Nijmegen’ (vanuit blok 2) en naar ‘Wamel’ (vanuit blok 3) rijden via het niet zichtbare blok 1.
Een rangeertram zal volgens een vaste route de blokken 4 tot en met 8 aandoen; deze tram blijft dus altijd zichtbaar rijden.
Het geheel zal met de nodige geluiden worden opgevrolijkt.